Gisteren begon ik de dag al moe. Ik had een lange werkdag achter de rug, was ’s avonds nog gaan sporten en lag laat in bed. Toch werd ik vroeg wakker, vol opwinding omdat ik bijna aan mijn eerste cursus begin. Mijn kinderen waren ook vroeg wakker, en we genoten samen van een rustig ontbijt. Even voelde alles in balans.

Maar al snel kwam de dagelijkse drukte op gang. Mijn man ging naar de gym, een vriendinnetje kwam spelen en de woonkamer veranderde in een creatieve chaos – overal knutselspullen, zand, kruimels, boeken op de bank. De keuken moest nog opgeruimd worden en de vaatwasser zat vol. Ik voelde onrust opkomen.
De meiden wilden knutselen, en ik bood aan dat ze iets uit het knutselboek konden kiezen. Toen ze iets kozen waarbij ik veel moest helpen, voelde ik mijn energie wegglippen. Ik gaf ze aanwijzingen en begon ondertussen met opruimen, maar de vermoeidheid werd steeds sterker. Daardoor sprak ik kortaf tegen mijn dochter. Ze zei meteen: "Mama, ik vind het niet leuk als je zo doet."
Dat raakte me. Ik nam een moment voor mezelf en voelde wat er echt speelde: vermoeidheid, ongeduld en de behoefte aan overzicht. Dus ik sprak het uit: "Sorry lieverd, ik ben moe en daardoor ongeduldig. De rommel maakt me onrustig. Wil je helpen opruimen?" Ze zei nee. En dat was ook oké.
Mijn zoon vroeg om aandacht, maar op dat moment had ik niets te geven. Hij vond zijn eigen weg met een filmpje op de iPad, terwijl ik uitgeput op de bank plofte. Toen mijn man thuiskwam, vroeg hij: "Hoe gaat het?" Ik antwoordde eerlijk: "Ik ben moe." Zonder aarzelen bood hij aan dat ik even rust kon nemen. Een afspraak die we eerder hadden gemaakt, om bewuster rekening met elkaar te houden.
Na twee uur slaap werd ik wakker door mijn zoon. Nog steeds moe, maar iets lichter. Beneden had mijn man lunch gemaakt, maar de woonkamer was nog steeds rommelig. In de agenda stond een visite-afspraak en een tennis open dag. De gedachte dat ik én moest opruimen én op tijd moest zijn, gaf me stress. Ik voelde me uitgeput.
Toen vroeg mijn man: "Is het realistisch om vandaag visite te ontvangen?"
En daar ging het mis.
Ik voelde me meteen aangevallen. Alsof hij vond dat ik het slecht had gepland, alsof ik alles verkeerd deed. Dus ik schoot in de verdediging: "Jij helpt ook niet echt mee!" waarop hij antwoordde: "Ik ben juist degene die vraagt of dit niet te veel is!"
Wat begon als een simpele vraag, werd een discussie vol verwijten. "Jij dit, jij dat." Ik was moe, gefrustreerd en voelde me niet gesteund. Hij daarentegen was niet moe, had energie en keek helder naar de situatie. Hij zag wat ik niet kon zien.
Na een tijdje zuchtte hij en zei: "Ik neem de kinderen mee naar de tennis."
Toen de deur achter hen dichtviel en ik alleen achterbleef in de rommel, besefte ik ineens: Hij heeft gelijk.
Ik wílde onze vrienden met liefde en energie ontvangen, niet vanuit stress en uitputting. Maar eerlijk? Ik kon dat vandaag niet opbrengen. Ik belde mijn vriendin af, en haar begrip voelde als een opluchting. Alleen al haar stem horen gaf me nieuwe energie.
Met dat hernieuwde gevoel besloot ik: Eerst rust, dan opruimen. Ik nam een late macchiato, ademde diep in en begon op mijn eigen tempo de kamer op te ruimen. Toen alles weer netjes was, voelde ik me kalmer, blijer en compleet.
Wat ik leerde?
✨ Mijn energie is kostbaar, en het is oké om plannen aan te passen.
✨ Open communiceren over mijn gevoelens voorkomt frustratie.
✨ Soms is een stap terug doen juist de weg vooruit.
Soms lijkt de dag ons te overkomen, maar we kunnen altijd kiezen om opnieuw af te stemmen. En precies dat bracht me terug naar rust.
Volgen